Wie denkt aan cohousing denkt veelal aan het delen van een volledig huis en aan samenwonen. Dat is echter een misvatting waardoor de term soms op een verkeerde manier bekeken wordt. Maar wat is cohousing nu precies? U leest het in deze blog.
Wat u te weten komt in dit artikel:
• Cohousing betekenis
• Grootste voor- en nadelen
• Oorsprong
• Andere vormen van gemeenschappelijk wonen
• Is cohousing de toekomst?
Cohousing, ook wel gemeenschappelijk wonen, is een alternatieve woonvorm die ontstond in de jaren 60 in Denemarken. Hierbij worden woonprojecten aangegaan waarin woningen en/of appartementen in groep worden gebouwd of aangekocht. Deze woonprojecten voorzien specifiek gemeenschappelijke ruimtes die ter beschikking staan van alle bewoners. Daarbovenop zijn het de bewoners die zelf de gemeenschappelijke ruimten ontwerpen en beheren.
Het komt er dus op neer dat ieder gezin in het bezit is van zijn eigen woning of unit. Die beschikt over haar eigen keuken en badkamer. Daarnaast delen de gezinnen gemeenschappelijke nuts- en recreatieve ruimtes met de intentie om sociale interactie met de buren te bevorderen. Dit gemeenschappelijke gebouw of deel van een gebouw wordt soms aangeduid als het ‘common house’. Denk maar aan een grote gemeenschappelijke tuin, een speelkamer, een keuken, een wasruimte enzovoort. Ook het materiaal, zoals een boor, een grasmachine of een ladder, kan gedeeld worden zodat er schaalvoordelen ontstaan.
Deze woongemeenschap heeft dus tot doel een sociale meerwaarde te geven aan het samenwonen. Net zoals bij co-wonen heeft elk gezin bij cohousing zijn eigen keuken, maar kan er een extra gemeenschappelijke (en vaak industriële) keuken voorzien zijn. Die kan dan bijvoorbeeld aangesloten zijn aan een gemeenschappelijke feestzaal.
Cohousing wordt meestal geregeld via het appartementsrecht, iedereen heeft zijn eigen woning (huis of appartement) en er zijn gemeenschappelijke delen. In deze vorm van samenwonen zijn die gemeenschappelijke delen echter veel meer dan enkel en alleen een gedeelde gang. Het principe blijft in sé hetzelfde als bij wonen in een klassiek appartementsgebouw.
Cohousen is geven en nemen. Het kan niet misgaan zolang alle partijen zich aan de afspraken houden. Goede afspraken maken tevens goede vrienden.
Het concept ontstond temidden de flowerpower in de jaren 60 in Denemarken. Toen besloot een groep van 50 gezinnen om een oud Afrikaans gezegde tot leven te brengen: “er is een dorp voor nodig om een kind groot te brengen”. De groep was misnoegd over bestaande huisvesting en gemeenschappen die volgens hen niet aan hun behoeften voldeden. Er werden onderling verbonden gebouwen opgezet met gemeenschappelijke ruimtes om de banden tussen deze zogezegde familieleden te versterken.
Er bestond toen al een algemene misvatting dat cohousen gelijkaardig is aan de communes van hippies. Tussen deze twee is er echter een wezenlijk verschil, want cohousers delen niet hetzelfde ideaal of levensovertuiging met elkaar. Het idee om te cohousen verspreidde zich snel doorheen Scandinavië en heel Noord-Europa. In de jaren 90 deed het zijn intrede in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.
Cohousing is niet de enige vorm van gemeenschappelijk wonen. Typisch kenmerkend is de gemeenschappelijke ruimte waar gezinnen samen kunnen eten, de gedeelde keuken of andere ruimtes voor gemeenschappelijk gebruik.
Zoals eerder vermeld brengt samenhuizen tal van voordelen met zich mee. Er kunnen sociale, ecologische en economische beweegredenen spelen en het biedt tevens een antwoord op demografische veranderingen. Dergelijke veranderingen zijn de stijging van het aantal alleenstaanden en samengestelde gezinnen, de vergrijzing en de vluchtelingencrisis. Daarom wint het efficiënt benutten van oppervlakte, wat zéker op België van toepassing is, steeds meer aan belang.